BURLEN TOT GOD | De afgelopen weken was ik een aantal keer in het bos op de Veluwe. Daar is momenteel een machtig geluid te horen. Het burlen van de mannetjes edelherten in de bronstijd. Met name tegen de schemering en in een donker bos hoor je van alle kanten deze oerschreeuw weerkaatsen. Ik stond met veel mensen in het donker naast de auto te luisteren naar dit indrukwekkende fenomeen. Een heroïsch spektakel waarin de mannetjes de vrouwtjes lokken en de concurrentie waarschuwen.
In de kerk zongen we Psalm 42 vers 1. Over ’t hijgend hert dat dorst heeft. Heel bekend en geliefd bij velen. Maar dit hert schreeuwt ook. In Psalm 42 lezen we dat het dier schreeuwt naar de waterstromen. Dit niet alleen. Het schreeuwt ook tot God. De dichter gebruikt dit beeld om te laten zien dat zijn ziel zo schreeuwt naar God. Schreeuwen tot God. Zoals een burlend hert. Hoe harder en vaker een hert burlt, des te groter en sterker is hij. Ik las ergens dat burlen waarschijnlijk ontstaan is vanuit het woord “Brullen”. Het burlen van een hert lijkt wel op leeuwengebrul.
Heb jij zo al tot God geschreeuwd? Hem de ellende van je ziel laten horen? Of heb je in tijden van lijden je nood bij Hem gebracht? Je mag met Psalm 116 roepen in nood. Schreeuwen tot God is niet zinloos. Bidden kan smekend, roepend of fluisterend. De God van de schepping hoort ieder burlend hert. Zou hij dan ons gebed niet horen? De Heere God hoorde het gekerm en geschreeuw van het volk Israël. Jezus riep met luidde stem aan het kruis. “Schreeuw maar Mijn kind, schreeuw maar”, zegt God. Want Ik ben in jullie wereld gekomen om te luisteren naar de schreeuw van jullie zielen. En Ik ben gekomen om jullie schreeuw te stillen. Door het geloof in Christus alleen.