DE HUILENDE BOER VAN PSALM 126 | De dichter van deze psalm gebruikt het beeld van een boer die in tranen zaait. Hij gooit de graankorrels in de grond, waarmee hij ook zijn gezin had kunnen voeden. Anders is er straks helemaal geen eten meer. De oogst is echter nog ver weg, de akker blijft vooralsnog kaal.

Wat een ontroerend beeld! In dit leven is veel verdriet. Pijn, ziekte en gemis. Wat een gebrokenheid. Soms laat mijn Instagram tijdlijn alleen maar ellende en verdriet zien. Ook het leven in geloof van een christen brengt vaak tranen. Tranen van verdriet om je zonden, tranen van blijdschap door de vergeving in Christus. Blijf zaaien ook als de tranen over je wangen stromen.

Straks komt de oogst. Het gaat van tranen naar vreugde. De oogst komt, daarom kun je lachen door je tranen heen. Zo gaan we verder op reis door het leven. Tot we onze bestemming bereiken. We komen thuis met gejuich, en Jezus zelf zal al onze tranen drogen.

Die hier bedrukt met tranen zaait,

Zal juichen, als hij vruchten maait;

Die ’t zaad draagt, dat men zaaien zal,

Gaat wenend voort, en zaait het al;

Maar hij zal, zonder ramp te schromen,

Eerlang met blijdschap wederkomen,

En met gejuich, ter goeder uur

Zijn schoven dragen in de schuur.